Het recht op voedsel

Ondervoeding is een probleem dat ons allemaal aangaat. Zowel in het zuiden als in het noorden betalen burgers en voedselproducenten de prijs voor een beleid dat van weinig ambitie getuigt, en dat sterk beïnvloed wordt door de privésector en geen rekening houdt met de mensenrechten. 795 miljoen mensen lijden aan chronische ondervoeding (2015), meer dan 2 miljard mensen lijden "verborgen honger" (een gebrek aan micronutriënten) en tegelijkertijd blijft het probleem van obesitas groeien, met meer dan 500 miljoen gevallen van overgewicht [cijfers van 2010 tot 2014].

FIAN zet zich in voor een beleid dat de mensenrechten respecteert en voor een democratisering van het debat over voedselproductie en -verwerking. Alleen op die manier kunnen we opnieuw controle krijgen over onze voeding, onze landbouw en ... wat er op ons bord komt!

Het recht op voedzaam voedsel

Het recht op voedsel is een fundamenteel en universeel recht dat toekomt aan elk individu en elke bevolkingsgroep.

Deze benadering is gebaseerd op de rechten van de mens: ze beschouwt de toegang tot voedsel niet als een behoefte, maar als een recht.

De verwezenlijking van het recht op voedzaam voedsel is een plicht voor alle overheden die erkend wordt door het internationaal recht.

Het recht op voedsel in wetteksten

Het recht op voedsel werd vastgelegd in artikel 25 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM), in 1948.

Maar het was pas in 1966 dat het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele rechten (IVESCR) ervoor zorgde dat het recht op voedsel een preciezere invulling kreeg.
Het IVERSC werd door meer dan 160 staten goedgekeurd. Dit betekent dat zo goed als alle landen van de wereld een wettelijke verplichting hebben om het recht op voedsel te respecteren.

Het recht op voedsel staat beschreven in artikel 11 van het IVESCR:

(…) De Staten die partij zijn bij dit Verdrag erkennen het recht van een ieder op een behoorlijke levensstandaard voor zichzelf en zijn gezin, daarbij inbegrepen toereikende voeding, kleding en huisvesting, (…)
(…) De Staten die partij zijn bij dit Verdrag, het fundamentele recht erkennende van eenieder gevrijwaard te zijn tegen honger, (…)

Deze algemene rechtsgrondslag voor het recht op voedsel werd vervolgens verder uitgewerkt door het Comité voor economische, sociale en culturele rechten (ESCR) van de Verenigde Naties in de Algemene opmerking nr. 12 (1999). In deze belangrijke tekst worden de beginselen en de omkadering van het recht op voedsel verduidelijkt, en worden de verplichtingen van de staten en de wijze waarop die op nationaal niveau moeten worden nageleefd, nader omschreven.

Als de voorrang van het internationaal recht en de mensenrechten erkend wordt, kan elke burger zich dus op nationaal of regionaal niveau beroepen op de verplichtingen volgens het internationaal recht om zijn recht op voedsel af te dwingen. De erkenning van dat recht op nationaal of regionaal niveau (in de wetten of de grondwet) houdt nog een sterkere garantie in. Vandaag wordt het recht op voedzaam voedsel door een groot aantal landen ook op nationaal niveau erkend.

Dankzij druk vanuit het maatschappelijk middenveld (en het lobbywerk van FIAN) namen de lidstaten van de FAO in 2004 de Vrijwillige richtsnoeren inzake het recht op voedsel aan.

In die 19 richtlijnen staan aanbeveling aan de lidstaten beschreven betreffende de wijze waarop het recht op voedsel verwezenlijkt moet worden.
Zie verslag van de analyse

Het geheel van deze internationale beleidsinstrumenten en de rechtspraak (oftewel alle rechterlijke beslissingen met betrekking tot het recht op voedsel, zowel op nationaal als op internationaal niveau) geven een meer precieze invulling aan het recht op voedsel. Ondanks dit alles blijft het recht op voedsel een van de meest geschonden rechten, wereldwijd. Dit is te wijten aan een gebrek aan politieke wil om de verwezenlijking van het recht op voedsel echt te garanderen.

Om meer te weten te komen over wat het recht op voedsel precies inhoudt, kunt u onze voorlichtingsmodule “Zich voeden is een recht!” lezen.

De verplichtingen van de Staten

Dankzij een aanpak die uitgaat van de mensenrechten is de strijd tegen honger niet langer een kwestie van “liefdadigheid” ten aanzien van de slachtoffers van ondervoeding, maar een zaak van burgerrechten en verplichtingen voor de staten.

De Algemene opmerking nr. 12 onderscheidt 3 soorten verplichtingen met betrekking tot het recht op voedsel, zijnde de verplichting om te respecteren, beschermen en garanderen.

RESPECTEREN:
De staten zijn verplicht om het recht op voedzaam voedsel en de toegang daartoe te respecteren. Ze dienen zich ervan te weerhouden maatregelen te nemen die tot gevolg hebben dat wie dan ook de toegang tot voedsel(-bronnen) ontzegd wordt.
Een staat die zijn militaire krachten inzet om landbouwgemeenschappen van grond te verdrijven in het belang van een multinational, schendt daarmee zijn verplichting om het recht op voedsel van die gemeenschappen te respecteren (zie bijvoorbeeld het geval Mubende in Oeganda)
BESCHERMEN:
De staten dienen de nodige maatregelen te treffen om te voorkomen dat bedrijven of particulieren andere individuen van hun recht op voedsel beroven.
Een staat die geen steun biedt aan een bevolking die ontheemd is (door bijvoorbeeld de vestiging van een goudmijn in de regio), schendt daarmee zijn verplichting om het recht op voedsel van die gemeenschap te beschermen (zie bijvoorbeeld het geval Essakane in Burkina Faso).
GARANDEREN:
De staten dienen preventieve maatregelen te nemen om de toegang van de bevolking tot natuurlijke hulpbronnen en andere middelen die nodig zijn om te voorzien in hun levensonderhoud te garanderen. Dit wil zeggen dat ook de voedselzekerheid en het gebruik van de voornoemde hulpbronnen en middelen moet worden verzekerd.
Een staat die geen maatregelen treft om een duurzame voedselproductie en –verwerking te garanderen, die de toegang tot gezonde en kwaliteitsvolle voeding voor de burgers mogelijk maakt, schendt daarmee zijn verplichting om het recht op voedsel van zijn burgers te garanderen (zie bijvoorbeeld het geval van België en de toegang tot grond voor jonge en nieuwe landbouwers).

Om meer te weten te komen over wat het recht op voedsel precies inhoudt, kunt u onze voorlichtingsmodule “Zich voeden is een recht!”lezen.

Schendingen van het recht op voedsel

Honger is geen schending van de mensenrechten. Daartegenover staat dat honger en ondervoeding vaak het gevolg zijn van staten die hun verplichtingen niet nakomen, wat wel een schending van de mensenrechten inhoudt.

De benadering van honger vanuit het perspectief van de mensenrechten is van kapitaal belang. Ze geeft zowel individuen als gemeenschappen een belangrijk hulpmiddel: de steun van het internationaal recht in de strijd met hun overheden.

"Ons doel is om tot concrete oplossingen te komen die bestaan in echte en doeltreffende politieke veranderingen om de toegang van volkeren tot hulpbronnen die ze nodig hebben om zich nu en in de toekomst te kunnen voeden, te garanderen." Flavio Valente.

Enkele voorbeelden van de schending van het recht op voedsel:

- het geval van de Guaranis in Brazilië
- het geval Sanamadougou et Saou in Mali
- het geval Essakane in Burkina

Klik hier om meer te weten te komen over andere concrete gevallen