7 février 2022
Beleidsnota | Landroof in Afrika

De zaak Feronia in DR Congo

Rond de activiteiten van de palmolieplantages van Feronia Inc. werden ernstige beschuldigingen geuit van mensenrechtenschendingen tegenover de lokale gemeenschappen. Dit heeft instellingen voor ontwikkelingsfinanciering er niet van weerhouden het project te blijven financieren. De vermelde schendingen van de mensenrechten hebben betrekking op een breed scala van burgerlijke, politieke, economische, sociale en culturele rechten.

Dit rapport is één van vier rapporten over landroof in Afrika. De vraag naar land en natuurlijke hulpbronnen is de afgelopen twee decennia aanzienlijk toegenomen als gevolg van de voedselprijzencrisis van 2008 en de daaruit voortvloeiende grondspeculaties. Dit heeft geleid tot een sterke toename van grootschalige landaankopen (LSLA’s), ook wel landroof genoemd. Sinds 2000 is op het hele Afrikaanse continent meer dan 25 miljoen hectare land opgekocht door grote spelers.

Samenvatting

De activiteiten van Feronia Inc. op haar oliepalmplantages brachten ernstige beschuldigingen van mensenrechtenschendingen tegenover de lokale gemeenschappen met zich mee. Dit heeft instellingen voor ontwikkelingsfinanciering er echter niet van weerhouden het project te blijven financieren, zonder enig behoorlijk onderzoek. De vermelde schendingen van de mensenrechten hebben betrekking op een breed scala van burgerlijke, politieke, economische, sociale en culturele rechten : moord op plaatselijke bewoners (recht op leven), intimidatie, willekeurige arrestaties en detentie zonder proces (recht op vrijheid en recht op een eerlijk proces), lonen die te laat en onder het minimumloon worden uitbetaald (recht op een leefbaar loon), ... Ook andere rechten, waaronder het recht op voedsel, het recht op een gezond milieu, het recht op land en het recht op vrije, voorafgaande en geïnformeerde toestemming, zijn geschonden.

Een complex netwerk van donors, waaronder particuliere beleggingsfondsen en Europese instellingen voor ontwikkelingsfinanciering (DFI’s), waaronder BIO in België, hebben het project indirect of direct gefinancierd. Zij hebben samen meer dan 150 miljoen dollar aan leningen verstrekt en hebben deze steun voortgezet, zelfs nadat klachten over mensenrechtenschendingen en corruptie opdoken.

Leden van de getroffen gemeenschappen zijn een formele klachtenprocedure opgestart om gerechtigheid en de teruggave van hun voorouderlijk land te eisen. Dit via het Independent Complaint Mechanism (ICM) dat door de Europese DFI’s onderschreven wordt. Dit ICM-proces zit al meer dan twee jaar muurvast en ging gepaard met berichten over repressie en geweld, wantrouwen en gebrek aan transparantie na bezoeken van het expertencomité van ICM.

Faillissementen en talrijke eigendomsoverdrachten
van bedrijven en hun dochterondernemingen in de loop der tijd, en meer recentelijk geschillen over de eigendom van bedrijven, hebben de onzekerheid van de betrokken gemeenschappen alleen maar vergroot. Het gebrek aan doorzichtigheid vertroebelt de vooruitzichten op verhaal en afhandeling van de vorderingen.

De Europese DFI’s hebben financiële steun verleend aan een destructief en koloniaal model dat de agro-industrie bevoordeelt ten koste van de lokale gemeenschappen en het ecosysteem. Op die manier dragen de DFI’s bij tot de schending van de mensenrechten : ze brengen de toegang tot de productiemiddelen en de lokale markten in gevaar, die het overleven van de kleine producenten verzekeren.


Deze beleidsnota maakt deel uit van een reeks van 4 analyses van specifieke gevallen van landroof. De andere 3 nota’s zijn hier beschikbaar :


Deze beleidsnota werd gepubliceerd door :

  • AEFJN
  • CCFD Terre Solidaire
  • CNCD-11.11.11
  • Entraide et Fraternité
  • FIAN Belgium
  • RIAO-RDC

Met steun van :

  • AFSA
  • Brot für die Welt
  • CIDSE
  • CGLTE-OA
  • FIAN Austria
  • FOCSIV
  • Green Scenery
  • KOO
  • Land for Life
  • Misereor
  • Pain pour le Prochain
  • RECOWA
  • SECAM
  • Silnorf
  • Welthaus Diözese Graz-Seckau