Beet The System !

In Palestina levert kritiek je het label van ‘terrorist’ op

Victor De Roeck - campagneleider van Viva Salud

De onrechtmatige bouw en uitbreiding van nederzettingen en de bijbehorende infrastructuur op Palestijns grondgebied zijn een kenmerkend aspect van de Israëlische bezetting. Sinds 1968 zijn tienduizenden Palestijnse huizen en eigendommen gesloopt, en minstens 100.000 hectare land is in beslag genomen voor Israëlische nederzettingen en landbouwprojecten [1]. Hoewel de kolonisatie van Palestina al verschillende keren veroordeeld werd door de internationale gemeenschap, blijven Israëlische kolonisten tot op de dag van vandaag land stelen van Palestijnen, waardoor boeren die hun landbouwgrond zien krimpen, of zelfs volledig zien verdwijnen. Het Palestijnse middenveld wordt monddood gemaakt : organisaties die opkomen voor de boeren worden als terroristisch bestempeld.

Een geschiedenis van landroof

In Palestina vinden we een bijzonder geval van landroof en de vernietiging van de agrarische manier van leven. Het is moeilijk om één enkel moment in de geschiedenis aan te duiden. Op meerdere momenten hebben Palestijnen delen van hun persoonlijk en collectief land verloren. De Ottomaanse Tanzimat-wet [2] in 1858 , de uitbreiding van de zionistische immigratie vóór WOII , de verkoop van vruchtbare gronden door grote Arabische grondeigenaren, de gebeurtenissen van Al-Nakba waarbij honderdduizenden Palestijnen uit hun huizen verdreven werden en vluchteling in eigen land werden, het neoliberale beleid van de Palestijnse Autoriteit hebben allemaal een rol gespeeld in de onteigening van het land van Palestijnse boeren. Hoewel Palestijnse boeren de ultieme prijs hebben betaald voor al deze wanpraktijken en beleidsmaatregelen, namelijk het verlies van hun land, blijven hun rechten afwezig in het officiële discours van de PA of in institutionele discussies. Hoewel landrechten één van de belangrijkste onderdelen vormen van het bestaansrecht van het Palestijnse volk, lijkt de PA hier de laatste jaren minder en minder aandacht aan te geven. Om hun recht op het land te bevestigen, hebben Palestijnse boeren geen andere keuze dan dit land te cultiveren en een levenswijze aan te houden die voornamelijk gebaseerd is op landbouw.

In de Palestijnse context is landbouw veel meer dan een economische sector die werkgelegenheid genereert, het is een instrumentele overlevingsmethode en een bewijs van landbezit. Wanneer je een stuk land reeds jaren bewerkt, is het eenvoudiger om er aanspraak op te doen, en de Israëlische kolonisatie een beetje tegen te houden. Een voorbeeld hiervan is het Retaj Women Cooperative. Deze vrouwenorganisatie probeert aan de hand van landbouw hun grondrechten te behouden. Op braakliggende heuvels nabij Nablus planten zij olijfbomen. Niet alleen omdat olijven een Palestijnse delicatesse zijn, maar omdat Israëlische kolonisten in de buurt zo moeilijker hun land kunnen stelen. Een braakliggend stuk grond is voor Israëlische kolonisten namelijk veel makkelijker om te stelen dan een stuk land dat actief bewerkt wordt door de plaatselijke Palestijnse bevolking. Door olijfbomen en tal van andere gewassen te kweken op deze grond kunnen ze de Isreëlische kolonisten ervan weerhouden om zich de grond toe te eigenen. Ondanks het actieve gebruik van hun eigendom, de bewerking van gewassen op hun eigen grond, lopen de spanningen vaak hoog op, en lokken de volledige legale en positieve praktijken van deze groep vrouwen gewelddadige reacties, zowel verbaal als fysiek, van de Israëlische kolonisten in de buurt.

Het roven van land door Israëlische kolonisten gaat ook geregeld gepaard met het gebruik van geweld. Oogsten worden in brand gestoken en vernield, olijfbomen worden ontworteld, landbouwers en hun gezinnen worden aangevallen. [3] Fareed Taamallah, een Palestijnse landbouwer, kreeg hier al meermaals mee te maken. Samen met andere landbouwers in de omgeving lijdt hij onder de aanwezigheid van de illegale nederzettingen en de agressieve kolonisten die verschillende dorpen de afgelopen jaren meerdere keren hebben aangevallen waarbij niet enkel boerderijen en landbouwgronden werden vernield maar ook huizen en auto’s. [4]

In 2020 werden ongeveer 75 aanvallen door kolonisten op Palestijnse landbouwgronden geregistreerd, resulterend in het ontwortelen en beschadigen van 6.507 olijfbomen en wijnstokken. [5] Naast onteigening en diefstaf van Palestijns land is er ook een groot probleem wat betreft toegang tot de gronden : Israëlische nederzettingen controleren de toegang tot grote gebieden met groene landbouwgrond op de Westelijke Jordaanoever waardoor veel Palestijnse boeren geen toegang hebben tot hun land om gewassen te planten en te oogsten. Dit alles kadert in een grotere politieke strategie : , het volledig uitwissen van Palestina.

In 2021 bedroegen de illegale Israëlische kolonies in de Westelijke Jordaanoever zo’n 201 vierkante kilometer. Dat is ongeveer 4% van de volledige Westelijke Jordaanoever. [6] Amnesty International schat de volledige omvang van gestolen land sinds 1967 van Palestijnen door Israëlische kolonisten op meer dan 100.000 hectare. [7]

Het Palestijnse middenveld wordt buitenspel gezet

Kritische stemmen tegen dit beleid van Israël worden monddood gemaakt. Al jarenlang probeert Israël de stem van het Palestijnse middenveld en andere mensenrechtenverdedigers te delegitimeren op allerhande manieren. Een van de organisaties die recent te maken kreeg met deze Israëlische repressie is Bisan Center for Research and Development (Bisan), een partnerorganisatie van de Belgische NGO Viva Salud. Bisan is een Palestijnse ngo met als doel het ontwikkelen van kennis over Israëlisch kolonialisme en de strijd voor een soeverein Palestina. Dit gaat gepaard met onderzoek, lobbywerk en sensibilisering rond tal van onderwerpen. Naast thema’s zoals landroof, werkt Bisan onder andere ook rond vrouwenrechten en publieke gezondheid.

Op vrijdag 19 oktober 2021 bestempelde Israël 6 Palestijnse organisaties formeel als terreurorganisatie [8] ; het gaat om Bisan, Al-Haq (mensenrechten), Addameer (rechten van gevangenen), Union of Palestinian Women’s Committees (vrouwenrechten), Defense for Children Palestine (kinderrechten), en Union of Agricultural Work Committees (bescherming van boeren).. Concreet betekent dit dat deze organisaties geen bestaansrecht meer hebben, en dus ook geen aanspraak kunnen maken op beurzen, donaties, of fondsen van internationale organisaties. Alles wat zij doen, elke vorm van steun die ze krijgen, elke euro die hun kant opkomt… is bijgevolg illegaal en kan bestempeld worden als een daad van terrorisme. Uiteraard heeft dit een grote impact op het dagelijkse werk van deze organisaties.

De continue dreiging zorgt voor heel wat stress en mentale onrust bij de medewerkers van deze organisaties. Op elk moment van de dag kan het Israëlische leger binnenvallen, de boel overhoop halen, en je arresteren, met als gevolg dat een deel van het personeel er al de brui aan gaf. Voor organisaties die op een terreurlijst staan, heeft dit een grote impact op de fondsenwerving. Meedingen naar internationale subsidies wordt vanzelfsprekend moeilijker. Door de Europese financiële hulp af te snijden, hoopt Israël de Palestijnse middenveldorganisaties te verzwakken. Bisan publiceerde vorig jaar een rapport over de invloed van Israëlische repressie op de organisatie. In minder dan 10 jaar tijd verloor Bisan 66% van hun internationale beurzen, goed voor zo’n 500.000 USD. Hetzelfde geldt voor de andere organisaties. Ze blijven werken, maar onder extreem moeilijke omstandigheden.
Het brandmerken als terreurorganisatie maakt deel uit van een langdurige Israëlische campagne om internationale financiële steun aan Palestijnse organisaties lam te leggen. Pro-Israëlische lobbygroepen richtten de laatste jaren en maanden hun pijlen op Europese donoren met één centrale boodschap : Europees donorgeld financiert terroristische activiteiten. Deze lastercampagne zorgt ervoor dat sommige donoren zich effectief terugtrekken.

Blijvende internationale steun is van kapitaal belang

Ondanks de pogingen van Israël om de Europese steun aan het Palestijnse middenveld te stoppen, bevestigden heel wat lidstaten van de EU hun vertrouwen in de organisaties die door Israël als terroristisch bestempeld werden. 9 lidstaten, waaronder België, ondertekenden een statement waarin ze stelden dat er geen enkel bewijs gevonden werd van terrorisme, en ze verzochten Israël deze bestempeling ongedaan te maken. Ze engageren zich om deze organisaties te blijven erkennen, waardoor financiering van deze organisaties nog steeds mogelijk blijft.
De reactie van Israël liet even op zich wachten, maar kwam er wel degelijk. Op donderdag 18 augustus 2022, in de vroege uren, viel het Israëlisch bezettingsleger de kantoren binnen van deze 6 organisaties. Ze braken de deuren open, haalden bureaus overhoop, namen belangrijke documenten mee, schakelden camera’s uit en verzegelden de kantoren na vertrek. [9]
Ondanks dit alles is de steun die vanuit Europa komt niet voor niets geweest.
Na de inval van het afgelopen jaar, zijn de organisaties weer allemaal aan het werk. De omstandigheden blijven precair, maar hun ongelofelijk belangrijke werk wordt momenteel wel verder gezet.
Tegelijk mogen we onze aandacht niet laten verslappen. Van zodra deze organisaties, en andere mensenrechtenverdedigers in het algemeen, niet langer onder een Europese schijnwerper staan, zullen zij hoogstwaarschijnlijk ongenadig hard geraakt worden door Israël, met extreme gevolgen voor de Palestijnse bevolking.
Europa kan en moet meer doen. Palestijnse organisaties blijven steunen is een ding, maar actief tegen Israël ingaan zou een veel krachtiger signaal zijn. Een algemene boycot op producten uit Israël, het uitsluiten van Israël uit internationale organisaties, sportevenementen, muziekwedstrijden, etc. zijn allemaal stappen die Europa zou kunnen ondernemen om het Palestijnse volk actief te steunen.
Op een moment dat de realiteit van het Israëlische apartheidsregime tegen het Palestijnse volk steeds meer wordt erkend en blootgelegd door tal van ngo’s en sociale bewegingen,, is de rol van het Palestijnse middenveld van essentieel belang. Ze vormen het laatste bastion voor de verdediging van de mensenrechten van Palestijnen en verdienen onze volledige steun.

Een vrouw van het Retaj Women Cooperative plant een olijfboom, in de verte zien we de boerderij van een Israëlische kolonist die op hun grond uit is. Credits : Victor De Roeck

Foto 2 : Bord dat toegang voor Israëlische burgers verbiedt. Nochtans wordt ook in deze delen heel wat land gestolen door kolonisten. Credits : ©️bobreijnders

Foto 3 : Israëlische vlaggen wapperen bovenaan een Palestijns huis dat gestolen werd door Israëlische kolonisten. Credits : ©️bobreijnders