Politiek akkoord over de Europese richtlijn inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen (CSDDD)
Op 14 december bereikten de Europese Raad, het Parlement en de Commissie een politiek akkoord over de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD) richtlijn. De werkgroep "Corporate Accountability", waarvan FIAN België deel uitmaakt, verwelkomt deze belangrijke stap naar de goedkeuring van een regelgevend kader dat het mogelijk maakt om bedrijven wettelijk verantwoordelijk te stellen voor schendingen die ze begaan in hun wereldwijde waardeketens. Maar ze betreurt het gebrek aan ambitie in het akkoord om echt een einde te maken aan de straffeloosheid van bedrijven.
Aan het einde van wat een beslissende onderhandelingsronde beloofde te worden, bereikten de Europese medewetgevers deze donderdagochtend een akkoord over de meest omstreden kwesties van een langverwachte Europese richtlijn. Onder deze wetgeving zullen grote bedrijven schendingen van mensenrechten, sociale rechten en milieurechten in verband met hun activiteiten en handelsrelaties moeten voorkomen en aanpakken.
Al meer dan tien jaar roept de werkgroep "Corporate Accountability [1]" de EU op om bindende regels aan te nemen die de bestaande internationale mensenrechtennormen toepassen, om bedrijven te verplichten risico’s voor mensenrechten, sociale rechten en het milieu in hun hele handelsketen te controleren en te verhelpen. Het is een goede zaak dat het bereikte politieke akkoord de nodige maatregelen biedt om slachtoffers van misbruik door bedrijven toegang tot de rechter te geven, met name door de mogelijkheid om bewijsmateriaal te verkrijgen te verbeteren en door redelijke termijnen vast te stellen voor het indienen van klachten.
Door pogingen van sommige Europese regeringen en industrielobby’s om de toekomstige wetgeving af te zwakken, zijn de reikwijdte en doeltreffendheid ervan verminderd. Financiële diensten zijn vrijgesteld van de zorgplicht tegenover hun klanten. Hoewel bedrijven, waaronder sommige financiële spelers, verplicht zijn om klimaatveranderingsplannen aan te nemen en uit te voeren, blijven de verplichtingen ontoereikend en zijn ze vrijgesteld van wettelijke aansprakelijkheid.
Voor Sophie Wintgens, onderzoeker internationale handel bij CNCD-11.11.11, "is dit politieke akkoord een belangrijke stap, maar het maakt geen einde aan de strijd tegen de straffeloosheid van bedrijven. Het opleggen van een zorgplicht aan bedrijven is een stap voorwaarts in het herstellen van het machtsevenwicht in het voordeel van de mensenrechten en het milieu. De richtlijn geeft slachtoffers van misbruik door bedrijven een betere toegang tot de rechter, wat een overwinning is in de overeenkomst van vandaag. Het uitsluiten van een echte klimaataansprakelijkheid komt echter neer op het sluiten van de ogen voor de wereldwijde klimaatramp. Het is volstrekt inconsequent dat machtige financiële actoren worden vrijgesteld, ondanks hun rol als motor van de economie en als potentiële drijvende kracht achter de groene transitie waar de EU voor pleit."
Het sluiten van een politiek akkoord betekent niet het einde van het wetgevingsproces. Er zijn nu technische vergaderingen nodig om de laatste hand te leggen aan de tekst, voordat deze ter stemming wordt voorgelegd aan de Raad en vervolgens aan de plenaire vergadering van het Europees Parlement. België, dat in januari het voorzitterschap van de Raad van de EU overneemt, heeft zich ertoe verbonden [2] om dit dossier tot een goed einde te brengen. Het zal dus een belangrijke rol spelen bij de implementatie van de richtlijn en de voorbereiding van de omzetting ervan, en er tegelijkertijd voor zorgen dat eventuele tekortkomingen worden verholpen.
Meer informatie ?
- Beleidsnota van CNCD-11.11.11 (FR) over de voorwaarden voor de doeltreffendheid van de richtlijn inzake de zorgplicht van bedrijven
- Position of the Working Group on Corporate Accountability (EN) over het voorstel voor een Europese richtlijn inzake de zorgplicht van bedrijven met betrekking tot duurzaamheid (EN)