9 oktober 2013

BRAZILIË: OPROEP AAN DE BRAZILIAANSE REGERING: «VERDEDIG HET RECHT OP TERRITORIUM VAN DE INHEEMSE VOLKEREN EN ANDERE TRADITIONELE GEMEENSCHAPPEN»

Begin van de actie : 03-10-2013 / Einde van de actie : 30-11-2013

Oproep tot actie !

Momenteel bespreekt Brazilië een aantal wijzigingsvoorstellen voor het beleid inzake het recht op grond van de inheemse volkeren en andere traditionele gemeenschappen. Die zouden ten opzichte van de huidige wetgeving een stap achteruit betekenen.

De rechten van de inheemse volkeren op behoorlijke voeding en op een eigen grondgebied zijn in de loop van de geschiedenis steeds opnieuw geschonden. Ze zijn gemarginaliseerd, gediscrimineerd, vervolgd, en zijn het slachtoffer geworden van geweld omdat ze niet meer over hun eigen, gemeenschappelijk beheerde grondgebieden konden beschikken. Dat is b.v. zo voor de Quilombola-gemeenschap van Brejo dos Crioulos in de Braziliaanse deelstaat Minas Gerais, en voor de veertigduizend Guarani-Kaiowá in de deelstaat Mato Grosso do Sul.

We vragen jullie mee te doen met een actie tegen die wijzgingsvoorstellen. De actie bestaat uit een oproep aan de Braziliaanse overheid om de nieuwe voorstellen, die de fundamentele mensenrechten van de inheemse volkeren in Brazilië met de voeten treden, niet goed te keuren, maar er daarentegen voor te zorgen dat de inheemse en andere traditionele volkeren eigendomsrecht krijgen op hun eigen grondgebied, zoals de huidige wetgeving dat voorziet.

Deze actie loopt tot november 2013 !!!

ZO DOE JE MEE

Lees de informatie en de brief en onderteken de petitie hieronder (in bijlage):

ofwel indidvidueel on-line, via http://www.fian.org/get-involved/take-action/campaigns/petition-to-brazilian-government/

ofwel door het petitieblad (één of meerdere malen!) af te drukken en door anderen te laten ondertekenen, en dan op te sturen naar

FIAN Belgium
35, rue Van Elewyck
1050 Ixelles
fian@fian.be

U kunt ook de originele brief in het Portugees in het document in bijlage via mail of post naar FIAN Belgium sturen.

Deze petitie wordt op 30 november, Internationale dag van de Mensenrechten, overhandigd aan:

- de president van Brazilië, mevrouw Dilma Roussef
- de voorzitters van het nationaal Congres en van het Hooggerechtshof
- aan alle Braziliaanse ambassades ter wereld

Word - 127.5 kB

Achtergrondinformatie

1. De Guarani-kaiowá

Meer dan veertigduizend Guarani-Kaiowá wonen in het zuiden van Mato Grosso do Sul in kampen, waar ze hun cultuur en tradities niet kunnen volgen. Ze ondergaan marginalisatie, discriminatie, vervolging, chronische honger en ondervoeding. Het recht op grondgebied en andere mensenrechten van deze groep worden niet nageleefd.

Omdat de overheid zich terughoudend opsteld bij het oplossen van hun problemen, worden ze makkelijk het slachtoffer van allerlei wetsovertredingen. In 2012 werden in Brazilië 22 moordpogingen gemeld, waarvan de helft in Mato Grosso do Sul met Guaranis als slachtoffer. 7,3% van hun kinderen onder de vijf jaar zitten onder het normaal gewicht.

2. De gemeenschap van Brejo dos Crioulos

De Quilombola-gemeenschap van Brejo dos Crioulos in het noorden van Minas Gerais bestaat uit 512 families die al veertien jaar strijd voeren om het eigendomsrecht van hun land. Ze wonen nu in beperkte, heel kleine gebiedjes waar ze geen zelfvoorzienende landbouw kunnen bedrijven. Omdat het terugkrijgen van hun vroeger grondgebied zo vreselijk traag ging, heeft deze groep voor een andere strategie gekozen: ze hebben dat grondgebied herbezet.

Op 15 september 2012, midden in een bezettingsconflict, kwam een gewapende bewaker van het privé-domein om. Daarop werden vijf leden van de Quilombola-gemeenschap gearresteerd en van moord beschuldigd. Sindsdien heeft het gerecht zich bevooroordeeld opgesteld. Vier leden van de Quilombola-gemeenschap zitten nog steeds gevangen, alhoewel er geen bewijs is dat deze vier bij de moord betrokken waren.

3. Een stap achteruit voor de Rechten van Inheemse Volkeren en Traditionele Gemeenschappen

Alhoewel er een breed wettelijk kader bestaat dat de rechten van inheemse volkeren en traditionele gemeenschappen erkent, is er duidelijk nog heel wat werk aan de winkel. Artikel 67 van de Wet van Voorlopige Grondwettelijke Overgangsmaatregelen van de Federale grondwet van 1988 voorzag b.v. een beperking van vijf jaar voor het afronden van het proces waarbij de inheemse grondgebieden afgebakend zouden worden. Die vijf jaar zijn twintig jaar geleden al afgelopen, en veel inheemse volkeren hebben hun grondrechten nog steeds niet terug.

Momenteel zijn er verschillende beleidsorganen die voorstellen bespreken om de rechten van inheemse volkeren en traditionele gemeenschappen weer in te perken:

1. Maatregelen op het niveau van de wetgevende macht

a. De bijkomende wet (PLP) 227/2012 vereist een economisch en sociaal werkbaarheidsonderzoek door een werkgroep met daarin een antropoloog van FUNAI (Nationale Indianenorganisatie), werknemers van de ministeries van landbouw en rechtspraak, geschiedkundigen, vertegenwoordigers van de inheemse bevolking, en de eigenaars van het te onteigenen land. Deze beleidsmaatregel zou het moeilijk maken om nieuwe gebieden voor inheemsen open te stellen, en zou een inbreuk betekenen op wat de grondwet en de internationale verdragen momenteel vereisen. Er zijn al zo’n werkgroepen opgericht waaraan parlementsleden en inheemse volkeren deelnemen.

b. Grondwettelijk amendement 215/2000 - PEC 215 – is een voorstel voor een grondwettelijk amendement dat de verantwoordelijkheid voor het afbakenen en erkennen van de al gehomologeerde inheemse en Quilombola-gebieden toekent aan het Nationaal Congres. Dit voorstel betekent een ernstige historische stap achteruit in de strijd voor het recht op een eigen grondgebied voor deze bevolkingsgroepen, en werd uitgewerkt om de concrete toepassing van het recht op een eigen grondgebied van inheemse volkeren te belemmeren. De inheemse volkeren zijn immers niet rechtstreeks vertegenwoordig in het Nationaal Congres, dus is daar ook niemand die voor hun rechten en belangen zou opkomen.

c. Wetsvoorstel 1.610/96, dat de mijnactiviteiten op inheems gebied regelt, heeft verschillende ernstige consequenties. Het verzekert onder ander niet de autonomie van de inheemse volkeren (geen veto-recht). Het voldoet ook niet aan artikel 09 van conventie 169 van het ILO (International Labour Organization), dat voorziet in de vrije, voorafgaande en geïnformeerde raadpleging van inheemse volkeren. Het voorstel voorziet wel dat minstens 5% van de winst naar hen moet gaan, maar het is duidelijk dat mijnbouw in hun gebied een zware impact zou hebben, o.a. doordat er veel geld zou binnenkomen, wat de traditionele levenswijze in de dorpen in gevaar zou brengen.

2. Maatregel op het niveau van de uitvoerend macht

De afbakening van de inheemse grondgebieden valt momenteel onder de verantwoordelijkheid van FUNAI, de nationale Indianenorganisatie. Minister Gleisi Hoffman (Burgerkabinet) verklaarde op 8 mei 2013 dat de regering dit proces wil decentraliseren. Daarbij zouden andere overheidsorganen bij het proces betrokken worden, o.a. Embrapa (het Braziliaans onderzoeksbedrijf voor de landbouw), dat de huidige toestand van deze gebieden in heel het land in kaart wil brengen. Ook de ministeries van Landbouwontwikkeling en van Landbouw zouden geraadpleegd moeten worden. Deze diensten staan allemaal heel erg onder druk van de agro-industrie. Momenteel staat alleen FUNAI in voor deze taak, voorheen ook in samenwerking met het Ministerie van Justitie.

3. Juridische maatregel

Het Direct Ongrondwettelijkheidsgeding 3239 (ADIN 3239) werd ingediend door de Democratische Partij, tegen Decreet 4887/2003 dat de afbakening regelt van de gronden die momenteel door de overige leden van Quilombola-gemeenschappen bezet worden. De Democratische Partij stelt de afwezigheid van een wet die dit decreet regelt in vraag.
http://www.incra.gov.br/index.php/estrutura-fundiaria/quilombolas